Wil je eenvoudig energie besparen? Kijk dan eens naar de verlichting in huis. Gemiddeld 15 procent van de energienota betreft de verlichting. Je kunt daarom minstens honderd euro per jaar besparen. Om je op weg te helpen, deel ik mijn 5 energiebesparingstips op verlichting. Lees mee en bespaar op je energie!
Tip 1: Maak optimaal gebruik van daglicht
Het aan- en uitzetten van de lichtbron kost geen energie. Het laten branden van de lichtbron daarentegen wel! Maak daarom zoveel mogelijk gebruik van het daglicht. Dit scheelt je al een boel.
Tip 2: Let op het energielabel
Tegenwoordig moet elke lamp voorzien zijn van een energielabel. Koop dus bij voorkeur alleen lampen met het energielabel A. Deze zijn het zuinigst in verbruik.
Tip 3: Vervang oude gloeilampen en spaarlampen
Is LED-verlichting nou echt zo zuinig? Ja! Vergeet dus de oude gloei- en spaarlamp. De allernieuwste LED-lichtbronnen besparen nóg meer dan een spaarlamp. De prijs is misschien even schrikken, maar deze investering verdien je snel terug. De LED-lampen zijn tegenwoordig ook te verkrijgen in mooie warme kleuren licht.
Tip 4: Bespaar energie door gebruik te maken van bewegingsmelders
Je kent het wel: je loopt de kamer uit en je vergeet de lamp uit te zetten. Geen ramp, maar ook dat kost energie. Met een bewegingsmelder voorkom je dat. Het licht springt aan zodra je de kamer binnenkomt. Wanneer je de kamer verlaat gaat de lamp na enkele minuten uit. Dit is handmatig in te stellen.
Tip 5: Maak gebruik van een tijdklok of een schemerschakelaar
Laat verlichting niet langer branden dan nodig is. Veel buitenverlichting bijvoorbeeld brandt de hele nacht, terwijl dat niet nodig is. Maak daarom gebruik van een tijdklok of schemerschakelaar. Zo reduceer je de energiekosten.
Het is de moeite waard om je verlichting thuis eens goed onder de loep te nemen. Met de besparing sla je twee vliegen in één klap. Goed voor het milieu én je houdt elke maand geld over. Hoe bespaar jij op de energienota? Heb jij nog besparingstips?