Licht is zo oud als de weg naar Rome. De belangrijkste vorm van licht is het zonlicht waar we iedere dag mee leven. Maar kunstmatig licht, het licht wat door de mens zelf gemaakt wordt, bestaat volgens wetenschappers ook al meer dan 5000 jaar. Een rijke geschiedenis waarin veel is veranderd wat betreft verlichting. In deze blog vertellen wij wat interessante informatie over de weg die het licht heeft afgelegd, van kaarsen tot aan LED verlichting.
De eerste, de kaars
De oudste vorm van verlichting is de kaars. Kaarsen zijn al meer dan 5.000 jaar oud en werden oorspronkelijk gemaakt van bijenwas of plantaardige oliën. De allereerste kaarsen zijn absoluut niet de kaarsen die we nu kennen. De oude Egyptenaren dompelden namelijk het merg van riet in gesmolten dierenvet onder en lieten dit branden in een soort stenen houder.
Heel anders dan nu, ook zonder lont. De Romeinen worden vaak aangewezen als de eerste echte gebruikers van kaarsen met een lont. De kaarsen werden gebruikt om huizen te verlichten, maar werden ook gebruikt tijdens religieuze ceremoniën.
De volgende stap, de eerste lampen
De volgende stap in de evolutie van verlichting was de eerste lamp, de olielamp welteverstaan. Deze lampen werden gevuld met olie en maakten gebruik van een Wick om het licht te produceren. Olielampen werden veel gebruik in de middeleeuwen en de Renaissance. Na de olielamp werd de petroleumlamp uitgevonden, deze kwam in 1859 op de markt. De naam zegt het al, olijf- of mineralenolie werd vervangen door petroleum. Niet veel later werden ook de gas-, karbiet- en nertslamp op de markt gebracht.
Nieuwe tijd: elektriciteit
Laat in de 19e eeuw was het tijd voor de elektrische verlichting. Deze verlichting was een grote verbetering ten opzichte van de voorgaande soorten. Elektrische lampen maakten gebruik van stroom om licht te produceren en waren veel efficiënter dan gaslampen. Als eerste was er de traditionele gloeilamp. Thomas Edison was officieel niet de uitvinder van de gloeilamp, maar was wel de eerste die de gloeilamp perfectioneerde en daarmee praktisch maakte voor traditioneel gebruik.
In de 20e eeuw ontwikkelde de fluorescentielampen zich, beter bekend als de TL-lampen. Deze lampen maken gebruik van een gasvulling en een coating van (let op: moeilijk woord) fosforescerende stoffen om licht te produceren.
De jaren ’70 en ’80 waren de jaren van de spaarlampen, deze waren efficiënter dan gloeilampen en hadden ook een langere levensduur. In de jaren ’90 was het tijd voor de halogeenlamp. Deze lamp maakte gebruik van een kleine hoeveelheid halogeen gas en een gloeidraad om zo licht te produceren.
De huidige LED verlichting
In de 21e eeuw zijn de LED verlichting en slimme verlichtingstechnologieën opkomend. LED verlichting maakt gebruik van lichtgevend dioden en is zeer efficiënt in energieverbruik. Tegenwoordig staat de techniek voor niks en kunnen we middels de slimme verlichtingstechnologieën verlichting aansturen via een smartphone of spraak assistent.
Bij Directlampen zijn wij benieuwd wat de verdere ontwikkeling wat betreft verlichting ons gaat brengen.